Een directe, vlugge, spontane, waarachtige en authentieke zelfexpressie: Kunstenaarsgroep NU.

Karel Arkema, zonder titel, 1959

Men was eind jaren vijftig van mening dat Groningen op het gebied van de beeldende kunst toe was aan een nieuwe impuls. Men vroeg zich af of diverse "loslopende" kunstenaars konden worden overgehaald in groepsverband hiertoe een bijdrage te leveren. Wel was men zich ervan bewust dat het genootschap niet een bepaalde stroming vertegenwoordigde, zoals destijds bijvoorbeeld Der Blaue Reiter, Die Brücke of De Ploeg. Meer informatie over het onstaan van Kunstenaarsgroep NU in het artikel "Toen was er nu" in het tijdschrift over Noord-Nederland Noorderbreedte uit 1998/5.

Toenmalige directeur van het Groninger Museum Jos de Gruyter (kunstencyclopedie kunst na 1945) organiseerde de eerste tentoonstelling. Bij de opening van deze expositie (‘Nu: nieuwe Groningse kunstenaarsgroep’) in 1960 meldde hij op zijn eigen poëtische wijze: "In de benaming van Nu ligt voorzover ik weet het enige program. Maar onder de sterren die we aan de hemel zien, zijn er die duizend of meer jaar opgehouden hebben te bestaan. En door rotsschilderingen worden we ook nu nog gegrepen. Nu is waar het komende en het voorbije in elkaar overvloeie". De Gruyter schrijft in de inleiding van een bijbehorende brochure dat de groep "geen polemisch program heeft en geen bepaalde kunstrichting of stijl tot uitdrukking brengt. Wel treedt, overeenkomstig de heersende tendentie van onze tijd, in de totaliteit van hun werk het half-abstracte, bijwijlen geheel-abstracte, op de voorgrond".

Jo van Dijk, zonder titel, z.d.

De volgende kunstenaars waren van de kunstenaarsgroep NU lid: Henny Arkema, Karel Arkema, Jasper Bos, Jan Bosboom, Wim Bouwsma, Jo van Dijk, Jan Jordens, Abe Kuipers, Jan Loman, Klaas Sans, Piet Snel, Martin Tissing, Henri de Wolf, Edu Waskowsky en Jan van der Zee.

De Groningse beeldende kunstenaar Martin Tissing (1936) heeft De Gruyter nog persoonlijk gekend en de vruchten van diens vooruitstrevende beleid kunnen plukken. Hoe Groningen door het bewind van De Gruyter de moderne en eigentijdse kunst leerde kennen verwoordde hij als volgt: "Moderne kunst, dat vond je begin jaren vijftig in het Van Abbemuseum en het Stedelijk, maar niet in Groningen. Alles wat moderne kunst aanging, werd op de Groningse kunstacademie Minerva buiten de deur gehouden. Ploegkunstenaar Jan van der Zee had daar op school gezeten, maar alles wat hij buiten de academie schilderde, werd beschouwd als pornografie. Het officiële Groningse kunstleven bestond uit kunstnijverheid. Van De Ploeg had toen niemand gehoord. Cobra was toen beroemd, maar niet in Groningen. Ik was van al mijn klasgenoten de enige die een eigen atelier had. De meeste studenten werden later leraar, Fietje Werkman was huisvrouw. Maar toen was Jos de Gruyter directeur van het Groninger Museum geworden, en met zijn steun formeerden tien jonge Groningse kunstenaars zich als ‘Groep 57’, onder wie Arie Zuidersma, Annie Vriezen, Henri de Wolf en ik. En ook met zijn hulp werd op 3 maart 1959 ‘Groep NU’ opgericht, met kunstenaars die tot dan toe nergens lid van waren. De Gruyter veegde ze bij elkaar. Samengaan is goed voor iedereen, vond hij, zowel oudere als jongere kunstenaars, die kunnen van elkaar leren. Dat was zijn overtuiging".

Stichting Beeldlijn maakt documentaire films over het culturele, sociale en politieke leven in het Noorden. Met deze films wordt een beeld geschetst van de dynamiek van de Noord-Nederlandse samenleving. Er zijn films gemaakt over beeldende kunstenaars als Jo van Dijk, Jan Loman, Jan van der Zee, Henri de Wolf, Martin Tissing en recent over Abe Kuipers.

Onlangs heeft het Martini Ziekenhuis Groningen recent werk aangekocht van Martin Tissing.

Jan van der Zee, Koeien, 1959